Het De Standaard-bashen is vandaag de dag in kritische middens gemeengoed geworden. Het niveau van onze zelfverklaarde kwaliteitskrant wordt door vriend, maar vooral door vijand, graag op een enigszins negatieve manier beoordeeld. Ondergetekende heeft de voorbije tijd aan deze heksenjacht gretig deelgenomen en misschien was dat soms wat overdreven. Zelfrelativering is af en toe niet overbodig, maar vaak haalt ergernis het boven het evenwicht tussen lof en spot. Tot daar het goede nieuws voor de kwaliteitskrant.
Ons taalgebied heeft zeker nood aan een kritische pers die de maatschappij in het algemeen en de politiek in het bijzonder aan de tand voelt. In een democratie is dat niet meer dan normaal en clementie is in deze niet steeds op haar plaats. Italiaanse toestanden kunnen hier niet. Persvrijheid is het hoogste goed, maar houdt ook een risico in dat de genuanceerde balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid zoek kan zijn. De journalistiek heeft een essentiële maatschappelijke functie, maar wij hebben evenzeer het recht om die rol te evalueren en de pers op haar plichten de wijzen. Enkel de paus is onfeilbaar.
Toegegeven, ik heb onvoldoende munitie in stock om ook pijlen af te schieten op vergelijkbare gedrukte publicaties, maar ik zag De Standaard het voorbije decennium met lede ogen evolueren van een degelijke maatschappelijke barometer naar een dagelijks amalgaam van informatie, sensatie, politieke sturing en een lichte mate van opiniëring door externen die iets te vertellen hebben. Dit alles binnen een verslindende commerciële logica.
Peter Vandermeersch heeft de grote verdienste dat hij zijn dagblad(en) succesvol liet overleven in een onzekere tijd waarin de kanalen van nieuwsgaring explodeerden. Wie een internetaansluiting heeft kan kiezen uit een haast eindeloos arsenaal aan nieuwsbronnen, maar toch bleef het aantal klanten dat de papieren variant van De Standaard kocht stabiel. Meer nog: de cijfers stegen. Het commerciële succes werd onder prijzen bedolven, maar wat werd hiervoor opgeofferd? Zowat alles wat we van een kwaliteitskrant verwachten.
In de eerste plaats ruimde de sérieux van de krant plaats voor een grotere integratie van zacht nieuws. Berichtgeving waar geen inspanning voor nodig is en die het alledaagse leven van verwende Holly- en Bollywoodnesten in het lang en het breed uitsmeren. We hebben de voorbije jaren met z’n allen de rise and fall van Britney Spears uitgebreid kunnen lezen. Dat een bijzonder deel der Belgen dit dag na dag wil volgen is niet meer dan normaal, want het kind heeft enkele leuke deuntjes op haar naam staan, maar is de zelfverklaarde kwaliteitskrant hiervoor wel het geschikte kanaal? Ik zoek voor dat soort dingen liever de gespecialiseerde pers op, want die vertellen mij nog meer smeuïge details over het kaalscheren van de Amerikaanse schone.
Zacht nieuws is ook sportnieuws. Een substantieel deel van dit stuk van de aardkloot is geïnteresseerd in de Tour, de Vlaamse klassiekers, de overwinningen en nederlagen van Anderlecht, maar moet de cover van 11 mei 2009 daarom enkel een foto van Tom Boonen bevatten met als titel “Quickstep beslist vandaag”? De verslaving van de arme man kost misschien wel symbolisch zijn kop, maar dit weekend was dat toevallig letterlijk het geval in Sri Lanka voor meer dan 200 exemplaren van deze mensheid. Ik weet dat ik mij hier wellicht bezondig aan het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken, maar soms is dat eens nodig.
Dat onze vaderlandse politiek enigszins woelige tijden heeft gekend zullen zelfs de rechtstreeks betrokkenen niet ontkennen. Daar behoort de kwaliteitskrant als waakhond natuurlijk ook bij, zij het dat ze niet als de courante herdershond, maar als een occassionele pittbull met plezier dood en vernieling zaait. Natuurlijk is de formatiesaga van 2007 en de val van Leterme I niet te wijten aan de redactie van De Standaard, maar de krant deed niets liever dan continu zout in de wonde te gooien met opiniëring waarvan de lijn eerder de vorm van sinistere bergwegels aannam.
Met grote trom werd recentelijk elk Vlaams en Europees parlementslid geëvalueerd. Mooi zo, maar de manier waarop de algemeen hoofdredacteur van het krantenconcern dit verpersoonlijkte deed me meer denken aan een onemanshow dan aan een adequate evaluatie zoals we het verwachten. Daarbij hoeven we geen algemeen applaus voor de ‘goeie’, maar een gratuite quotering, waarbij inhoudelijke zaken die niet in de media kwamen haast niet in rekening werden gebracht, gaat mijn petje te boven.
Met de pompeuze aankondiging van de Stemtest doet de krant bovendien mee aan de ultieme debilisering van de politiek. Over het wetenschappelijk gehalte van de test stel ik mij geen vragen, maar is de ware overtuiging van een weldenkend mens wel in een online survey te meten? De mijne alleszins niet. Was ik met een mindere hoeveelheid meningen geboren dan liet ik mij hier wellicht door leiden. Daar moet een krant helemaal niet voor zorgen. Dat je vaak bij de SLP uitkomt is voor mij nog niet het ergste – mensen in nood hebben recht op een opkikker – maar dat men impliciet of expliciet mijn vrije wil gaat beïnvloeden zit mij wel hoog.
Moraal van dit verhaal? Deze krant heeft alle waardigheid verloren en is in een pure marktlogica terechtgekomen. U vraagt wij draaien; meer nog: wij willen zelfs in uw plaats denken. Wat een service. Ik vind het erg om te constateren dat De Standaard nog niet aan de knieën van Le Monde of de New York Times reikt. Ik wil niet terug naar de tijd van Manu Ruys, maar als men niet snel een serieuzer profiel aanneemt verglijdt dit in pure rubbish. Dat is jammer, want de redactie van De Standaard heeft heel zeker veel talent in huis. Revolte?
Geef een reactie