Een gunstige wind waaide ons een exemplaar van de grote atlas van Ferraris toe. Het ding herinnert ons nogmaals aan het feit dat alles relatief is: een Ferrari – een toekomstig autootje van de week – verbleekt bij het kolossale volume van de atlas. De 608 pagina’s zijn van de eerste tot de laatste ware pareltjes, hebben een oppervlakte van 51 cm op 40 cm en wegen alles samen bijna 12 kilogram. Toch is dit nog steeds een herschaling, want de oorspronkelijke versie meet 135 cm op 85 cm. We mogen echter niet treuren: dit is niets minder dan een standaardwerk.
De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik geeft het grondgebied weer zoals het er bij het ingaan van het laatste kwart van de achttiende eeuw uitzag. Dat is in niets te vergelijken met de huidige voorkomen van ons landschap. De grotere steden hadden toen nog hun omwallingen; forten zorgden op strategische plaatsen voor militair machtsvertoon en kanalen moesten op vele plekken nog worden aangelegd. Van spoorwegen – laat staan opgebroken spoorwegen – was al helemaal geen sprake, want die deden pas méér dan vijftig jaar later hun intrede. We zien wel de invloed van Maria-Theresia. De zogenaamde Theresiaanse banen – rechte wegen van kerk tot kerk tussen grotere centra – zijn prominent aanwezig. Voor de rest verwijs ik u door naar deze site, waar alles online te consulteren is. Dit kan natuurlijk niet op tegen de papieren versie. Een atlas moet je voelen…
Geef een reactie