Ik heb het intussen opgegeven om bij weer eens een demarche van deze of gene perszijde moord en brand te schreeuwen. Enkele jaren geleden, toen Yves Leterme nog de gebeten hond was en Peter Vandermeersch hoofdredacteur van De Standaard, kon ik er moeilijk aan weerstaan om mijn ongenoegen te uiten over de zoveelste achterbakse machinatie van de vaderlandse journaille. Het begon maniakale vormen aan te nemen, maar men maakte het ons niet makkelijk om zelf niet in onze pen te kruipen. Te lange leste klaagden we zelfs gênante tikfouten op de homepages aan. Het mocht allemaal niet baten; ons obstinaat gezeur bracht geen zoden aan de dijk. Moegetergd legden we onszelf het zwijgen op en zochten troost bij de gedachte dat niemand het populistische discours nog ernstig nam. We zegden dag met het handje aan de krant en audiovisueel journaal en gebruikten de online media nog enkel voor een droog feitenrelaas. Voor opiniëring en duiding zorgen we zelf wel. Het spaart ons geld en de planeet bomen. Gelukkig haalt buitenlandse pers een stukken hoger niveau en kunnen we daar ons ei kwijt.
Duidelijke taal
Perskritiek is sowieso een delicate kwestie. Uiteraard moet men alle vrijheid hebben om te controleren wat politici uiteindelijk met de overheidsmiddelen doen. De pen, de printer en het omnipresente web maken hen bijzonder machtig; de consument heeft er nood aan en de één slikt het commentaar al sneller dan de ander, net zoals de ene journalist al tendentieuzer is dan de vakman die van objectiviteit een erezaak maakt. Tegen dat eerste type sta je al machtelozer dan tegen een harde preek van Walter Zinzen. Dit keer was ik maar een halve petanqueworp van de Twitteraar van dienst verwijderd. Tijdens de presentatie van de Innesto-voorstellen overliep CD&V-voorzitter Wouter Beke een aantal items die na de initiële brainstormsessies in een tekst waren gegoten. Live werden twee mineure quotes de ether in gestuurd.
CD&V wil zomervakantie inperken van 9 tot 6 weken
— Bart Verhulst (@hulstbVRT) 2 mei 2013
//platform.twitter.com/widgets.js
CD&V wil statutaire benoeming laten uitdoven
— Bart Verhulst (@hulstbVRT) 2 mei 2013
//platform.twitter.com/widgets.js
De Wetstraatjournalist van dienst is ongetwijfeld een geleerd man die goed weet hoe de beruchtste straat van Brussel functioneert. Hij heeft de voorbije zware jaren een grondige expertise opgebouwd, maar, tja, ook hij moet de ijzeren onelinerwet opvolgen. Dat de context – het enige stopwoordje van Bart De Wever waar ik van hou – van secundair belang is doet er jammer genoeg minder toe. Duidelijke taal zorgt voor duidelijke communicatie en nu, aldus de goegemeente, de gastheer voor één keer niet in enerzijds-anderzijds-termen praat moet die rechtlijnige conversatie ook met een krachtige volzin worden verkondigd. En, geef toe, wie kan twee in twijfel getrokken heilige koeien nu laten liggen? Misschien wou de reporter het in se iets minder cru stellen, maar de adrenaline van het moment was te sterk. We willen ons gerust even in zijn hoofd verplaatsen: hij is ook maar een mens. Dit kon zijn dag worden. Maar het kwaad was wel geschied. Exit context, welkom aan een namiddagje quasi-hysterisch consulteren van de stakeholders. En er was een debat op gang gekomen. Dat mag ook wel eens.
Fascinerend en choquerend
Het is tegelijk fascinerend en choquerend om te zien hoezeer twee praktisch gegroeide en comfortabele fenomenen haast constitutioneel verankerd zijn. Dat het stil laten uitdoven van het systeem van statutaire ambtenaren op een stante pede njet zou stuiten was te verwachten. De bonden spelen hun rol en hebben in deze een bijzonder militante achterban. Opteren voor een levenslange vaste betrekking binnen één van de vele overheidsdiensten is een levenskeuze die even evident is als eten en drinken. Het systeem is er en we kunnen niemand kwalijk nemen om er voor te kiezen, maar is het in een periode van schaarste wel vol te houden en zet het huidige functioneren aan tot hoge performantie? Het overgrote deel van de soldaten van de staat doen hun werk op een heel plichtsbewuste manier, maar excessen zijn, zoals ook elders, geen onbestaand feit. Deze discussie helt uiteraard altijd snel door naar clichématige voorstellingen, maar het mag niet als dooddoener van het debat dienen. We praten immers vaak naast elkaar, maar de cultuur en de voorrechten van de ene sector mogen wel eens met de rest worden vergeleken en in perspectief worden geplaatst. Wie in die ene cultuur is opgegroeid ziet bij een ervaring in die andere wereld dat zoveel vanzelfsprekendheden niet zo vanzelfsprekend zijn. Het is dus niet meer dan terecht dat ze in vraag worden gesteld. Die discussie is uiteraard licht ontvlambaar. Als politieke partij verworven zekerheden in vraag stellen vergt moed. Maar het gebeurt.
De vakantie-kwestie – het inperken van de zomervakantie van negen naar zes weken – stuit op een ander verzet. Leerkrachten reageerden verdeeld. Voor directies – betrouwbare familiale expertise is in deze beschikbaar – ligt de zaak wegens de praktische organisatie van een schooljaar minder voor de hand. Dat mag echter niet wegnemen dat zes weken vakantie voor leerkrachten en leerlingen toch een billijk pakket is? Opnieuw komt de evidentie-kwestie naar voor: ook ik dacht dat drie en een halve maand vakantie een vanzelfsprekendheid was, totdat we zelf op de arbeidsmarkt terecht kwamen. En we voelen best weinig nood om veertien in plaats van vier weken thuis te blijven; weekend- en avondwerk bestaat heus ook in andere sectoren. Kwaaie klanten evenzeer. Het blijft echter moeilijk om iedereen zonder a priori’s rond de tafel te krijgen. En zij die er nog het minst van al last van hebben, de leerlingen, laten niet na om zich van hun slechtste zijde te tonen. De reacties op de Facebookpagina van CD&V waren niet alleen oneerlijk, ze zijn ronduit vulgair. Al mag er niet gezeurd worden: wie schrijft stelt zich kwetsbaar op, maar om voor deze discussie de website van de partij te hacken moet je al bijzonder weinig blijk van menselijkheid geven. Gelukkig is slechts een kleine minderheid van het publiek hiertoe in staat, maar elke redelijke waarnemer heeft desalniettemin last van plaatsvervangende schaamte.
Mentale hygiëne
Raken aan heilige koeien is dus not done. Berichtgeving nuanceren, professionele privileges in vraag stellen en aan vakantieregelingen raken verwijst je naar een verbaal vagevuur. Tegelijk is er ook in meer modeste middens een debat op gang geschoten. De discussie van de voorbije week toont aan politiek wel degelijk om ideeën gaat en dat een partij niet bang is om gevoelige onderwerpen in een ruimer kader aan te kaarten. Jammer genoeg is die context niet aan bod mogen komen. Hopelijk zal dat in de toekomst wel worden gevaloriseerd.
Maar goed, het is best wel een geruststelling om te weten dat persoonlijke aanvankelijke verabsolutering en woede uiteindelijk steeds in debat en relativering uitmondt. Ik kan het iedereen als mentale hygiëne aanraden.
Geef een reactie